Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij put, dien de vorsten gegraven hebben, dien de edelen des volks gedolven hebben, door [29]den wetgever, [30]met hun staven.) En van de woestijn [reisden zij] naar Mattana; 29. Dat is, door het beleid des welgevers, te weten, Mozes; alzo ook Deut.33:21; of versta, God zelf door den wetgever, gelijk Jes.33:22. 30. Versta dit van de staven van Mozes en Aaron, of van de regimentsstaven, die de vorsten en regeerders gemeenlijk in de hand hadden, tot een teken van hun ambt en hun macht, die zij van God ontvangen hadden.